Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Ze maakte bijzondere dingen mee, zoals een onverwachte nalatenschap van vier miljoen euro voor het universiteitsfonds. Niet dat het allemaal om geld draait, integendeel. Alumni betekenen veel meer voor de universiteit, zegt Carolyn Wever. Per 1 augustus neemt zij afscheid als directeur Alumnirelaties en Universiteitsfonds van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Je gaat deze zomer met pensioen. Heb je er zin in?
‘Ja, ik ga nu eerst vakantie houden. Vanaf september wil ik rustig aan weer opstarten en universiteiten hier en in het buitenland gaan adviseren over alumnirelaties en fondsenwerving. In bijvoorbeeld Frankrijk en Spanje zijn ze minder ver dan wij. Zo kan ik mijn kennis en ervaring op een mooie manier delen.’

Hoe kijk je terug op je werk als directeur Alumnirelaties en Universiteitsfonds?
‘Het is een drukke baan, maar de leukste die er is. Want waar kom je zoveel verschillende mensen tegen? Jonge mensen die met fantastische dingen bezig zijn, maar ook veel alumni op leeftijd, zoals onze oudste alumnus van bijna 104 jaar, die nog steeds met veel plezier naar de evenementen komt. Ik vind het mooi dat mensen zo betrokken zijn bij hun universiteit, dat ze geïnteresseerd zijn en iets willen teruggeven. Dat ik bijvoorbeeld van alumni spontaan een mail krijg: ‘Als ik kan helpen, laat het maar weten.’ Ik heb mede door deze betrokkenheid enorm veel plezier beleefd aan mijn werk.’

De UvA heeft sinds een kleine twintig jaar een bureau voor alumnirelaties en fondsenwerving. Waarom investeert een universiteit in dit werk?
‘In het verleden was het zo dat als je afgestudeerd was, je niets meer hoorde van je universiteit. Eind vorige eeuw werd de feedback van alumni steeds belangrijker voor het aanpassen en eventueel verbeteren van opleidingen. De UvA was een van de eerste universiteiten in Nederland die zich hiervan bewust was en die al een vriendenvereniging van alumni bezat: de Amsterdamse Universiteits-Vereniging, die vorig jaar haar 130-jarig bestaan vierde. Eind jaren negentig begon men ook te kijken naar de Verenigde Staten, waar alumni veel betekenen voor de universiteiten. Toen is er een onderzoek gedaan naar het belang van alumni voor de UvA en werd in 2001 Bureau Alumnirelaties en Universiteitsfonds opgericht.’

In welk opzicht zijn alumni van belang voor de UvA?
‘Alumni zijn de ambassadeurs van hun opleiding. Ze kunnen bijvoorbeeld helpen om de kwaliteit van opleidingen te verbeteren, de naamsbekendheid te vergroten en gastcolleges geven. Mensen denken soms dat het alleen maar gaat om fondsenwerving, maar dat is niet terecht. Ik vind het heel belangrijk dat alumni niet worden gezien als “geldautomaat”. Ze betekenen veel meer voor de universiteit. Wij hebben veel politici en CEO’s onder onze alumni; dat zijn de mensen die Nederland besturen. Hoe interessant is het om hen te betrekken bij wat we doen? Dat vind ik veel belangrijker dan het geld dat ze eventueel kunnen geven. Geld krijg je doordat mensen je vertrouwen. En vertrouwen krijg je doordat je een relatie hebt opgebouwd. Relatiemanagement is het allerbelangrijkste.’

Je was lange tijd betrokken bij Bureau Alumnirelaties en Universiteitsfonds, waarvan de laatste negen jaar als directeur. Wat heb je zien veranderen op het gebied van alumnirelaties?
‘Toen we startten met het alumnibureau, begonnen we met contact leggen. Alumni hadden al lang niets van de UvA gehoord. Wij hebben actief gewerkt aan het (opnieuw) opbouwen van de relatie en het versterken van de banden, onder andere door het lanceren van alumnimagazine SPUI, het inrichten van een website voor alumni, het versturen van digitale nieuwsbrieven en het organiseren van de jaarlijkse Universiteitsdag.’

En op het gebied van de fondsenwerving?
‘Op het gebied van fondsenwerving is heel veel veranderd. In de beginjaren was het universiteitsfonds meer een beheersfonds en werd er niet actief aan werving gedaan. Toen overheerste het gevoel dat je niet om geld kon vragen. Er heeft een enorme verschuiving plaatsgevonden. Tien jaar geleden waren acties die we nu in gang zetten, zoals die voor het Corona Research Fonds en de crowdfunding voor studenten in nood, ondenkbaar. Dat dit nu wel mogelijk is, vind ik mooi om te zien.’

Hoe zou je het netwerk van studenten, alumni, vrienden en donateurs rondom de UvA karakteriseren?
‘Ik vind het een heel vriendelijk netwerk dat erg waardevol is voor de UvA. Niet iedereen onderkent het belang van alumni voor de universiteit. Maar juist doordat alumni zich betrokken voelen en actief willen zijn, dragen ze bij aan de goede naam van de universiteit en trekken ze nieuwe studenten aan. Ik heb gemerkt dat als ik een alumnus opbelde, of het nu een minister is of een CEO van een bedrijf, hij of zij het altijd leuk vond om mee te werken aan een activiteit van de UvA. Het is opvallend dat actieve studenten later ook actieve alumni worden. Daarom vinden we het belangrijk om ook de actieve studenten te betrekken bij wat we doen.’

Later dit jaar wordt een nieuw digitaal platform voor alumni gelanceerd. Wat zijn je verwachtingen?
‘Ik ben een groot voorstander van het platform. Ik geloof dat de manier van communiceren aan het veranderen is. Mensen willen graag actie en reactie en daarvoor is het nieuwe platform bij uitstek geschikt. Helemaal nu we door het coronavirus aan huis gebonden zijn, is het ontzettend leuk dat je via het platform andere alumni kunt ontmoeten. Ook in de post-coronatijd zal het een uitdaging zijn om aan relatiemanagement te blijven doen en het platform biedt daarvoor kansen.’

Je werkt met veel vrijwilligers, voor het universiteitsfonds en de alumnivereniging. Wat is het belang van hun bijdrage?
‘Zonder de vrijwilligers redden we het niet. Wij hebben meer dan 250 vrijwilligers die onder andere hun kennis delen, activiteiten organiseren, besturen vormen en in commissies zitten. Als we niet met vrijwilligers zouden werken, zouden we maar de helft van het werk kunnen doen.’

Wat is het meest bijzondere dat je de afgelopen jaren in je werk hebt meegemaakt?
´Ik heb veel bijzondere dingen meegemaakt. Om een voorbeeld te noemen: kunsthistoricus Henk van Os werd hoogleraar aan de UvA toen hij al met pensioen was. Hij gaf aan dat hij het salaris niet nodig had en schonk dit aan de Faculteit der Geesteswetenschappen, om het te besteden aan excursies. Ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag stelde hij een Fonds op Naam in, waarin hij al het geld stortte dat hij in de jaren ervoor verdiend had, zodat studenten van de faculteit hun geest konden verruimen tijdens hun studietijd. Zo konden ze bijvoorbeeld een reis maken of onderzoek doen. Dat was een enorm mooi gebaar! Hij was een geweldige ambassadeur en vroeg bijvoorbeeld aan anderen: “Heb jij al gedoneerd aan het fonds?” Als ik iemand nodig had om ergens te spreken, dan ging hij altijd met me mee. Zo is er een aantal hoogleraren dat ons verder heeft geholpen. Dat vind ik heel bijzonder en inspirerend.

Een ander voorbeeld: toen een mevrouw overleed die meer dan 35 jaar lid was geweest van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging, ontvingen we het bericht dat we haar enige erfgenaam waren. Haar dochter was eerder overleden en zij had bij ons gestudeerd. Ik stuur altijd een condoleancebrief aan de familie van overleden alumni, en deze mevrouw was daarvan zo onder de indruk geweest dat, toen ze met de notaris besprak aan wie ze haar vermogen wilde nalaten, ze koos voor het Amsterdams Universiteitsfonds. Wij wisten van niets en ontvingen ineens vier miljoen euro! Dat was een van de grootste bedragen die een universiteitsfonds in Nederland ooit van een particulier had ontvangen. Het was december 2015, we hadden net een roerig jaar achter de rug. Ineens konden we weer beurzen toekennen aan studenten en onderzoeks- en erfgoedprojecten ondersteunen. Daarom heb ik toen letterlijk een vreugdedansje gemaakt rond mijn bureau.’

Wat wens je de UvA toe voor de toekomst?
‘Dat het een bloeiende instelling blijft, die zich blijft ontwikkelen en verwonderen. De UvA doet dingen vaak net iets anders dan de andere brede universiteiten in Nederland. Ik hoop dat de vrije geest die bij de UvA heerst, blijft bestaan.’

Tot slot: wil je zelf nog iets kwijt?
‘Ik vind dat we bij het Bureau Alumnirelaties en Universiteitsfonds een fantastisch team hebben, met specialisten die ontzettend hard werken. Die samenwerking vind ik heel bijzonder. Iedereen is zo betrokken. Dat ik het bureau op deze manier kan achterlaten, heb ik aan hen te danken.’