De ‘gipsen’ zijn kopieën van originele sculpturen uit de klassieke oudheid. Met de steun van onze donateurs kon het onderzoek naar deze beelden worden vertaald naar een mooie presentatie van de unieke collectie. De verborgen meesterwerken van het Allard Pierson zijn hiermee letterlijk in de schijnwerpers gezet.
Je hoeft niet naar Rome om sculpturen uit de oudheid te zienConservator Klassieke Wereld René van Beek
Vier verhalen
Conservator Van Beek is enthousiast over de vele verhalen die de gipsengalerij ons vertelt. ‘De afgietsels werden vanaf het einde van de negentiende eeuw gemaakt om te dienen als modellen in het kunstonderwijs. Studenten tekenden de sculpturen na. Alle kunstacademies hadden ze, en dus waren er veel. Maar ze zijn ook massaal weggegooid toen kunstenaars abstracter gingen tekenen – het verhaal gaat dat de beelden een mooi geluid maakten als je ze van een stenen trap gooide. Gelukkig wist de toenmalige directeur van het Allard Pierson, Jaap Hemelrijk, een aantal gipsen uit Den Haag naar Amsterdam te halen.’
‘Los van dit verhaal van de ontstaansgeschiedenis, vertelt elk beeld afzonderlijk het verhaal van de originele sculptuur. En dan vormen de beelden gezamenlijk nog een canon van sculpturen uit de periode van de zesde eeuw voor Christus tot de laat-Romeinse tijd. Tot slot laten we er belangrijke episodes uit de geschiedenis van de archeologie mee zien. Met beelden uit het Parthenon in Athene kun je bijvoorbeeld een deel van de geschiedenis van deze beroemde tempel illustreren.’
Magisch
Van Beek ziet dat de beeldengalerij een magische aantrekkingskracht heeft op museumbezoekers. ‘Als wij tijdens de Museumnacht de zolder openstelden, dan stonden mensen ervoor in de rij. Het is heel bijzonder om in Nederland van die grote, menshoge oudheidsculpturen te zien.’
Ook magisch zijn de kleurenprojecties op de beelden die laten zien dat de originelen felgekleurd waren. Het witte marmer en groene brons dat wij associëren met de sculpturen, is niet hoe ze er oorspronkelijk uitzagen. Misschien is het wel het allermooist dat Van Beek al bezoekers aantrof die aan het tekenen waren bij de beeldengalerij. ‘Hier zijn de beelden voor bedoeld.’