De verovering van Gallië
Julius Caesar was trots op zijn verovering van Gallië (ca. 58 tot 50 v.Chr.). Hij schreef hierover een uitvoerig verslag: De Bello Gallico (Over de Gallische Oorlog). Deze tekst geldt als een belangrijk historisch document, al deinsde Caesar er niet voor terug feiten te verdraaien of mooier voor te stellen. Dat Caesar in die tijd ook echt in Nederland heeft gevochten, blijkt uit twee in Limburg gevonden muntschatten. Een vondst die direct kon worden gelinkt aan de teksten in De Bello Gallico.


Vele omzwervingen
In de eerste helft van de negende eeuw schreven monniken van de benedictijner abdij van Fleury, bij Orléans, het verslag van Caesar over op perkament. Een karwei dat hun jaren kostte, een echt ‘monnikenwerk’ dus. Dit 99 bladen tellende manuscript geldt als een van de twee oudste bewaard gebleven afschriften van De Bello Gallico. Het maakte vele omzwervingen voordat het in de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek belandde.
Het ‘Amsterdamse Caesar-handschrift’ werd begeerd door geleerden en een paus, het maakte deel uit van de bibliotheek van een professor in Heidelberg en werd gestolen door een louche student uit Amsterdam. Vervolgens kwam het via een veiling in bezit van de Amsterdamse koopman Jan Six. In 1706 werd het verworven door het Athenaeum Illustre, de voorloper van de Universiteit van Amsterdam.

Nieuwe kennis en technieken
Vanwege de kwetsbaarheid en lichtgevoeligheid van het manuscript kan het helaas maar zelden worden tentoongesteld. Nu de kennis op het gebied van conservering de laatste jaren sterk is toegenomen en nieuwe technieken zich ontwikkelen, wil een team van specialisten gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het veilig te exposeren. Wat is de conditie van het manuscript, hoe kan de invloed van licht zoveel mogelijk worden beperkt en hoe moet het boek worden ondersteund?
Dankzij steun van het Amsterdams Universiteitsfonds is dit onderzoek nu mogelijk!