Bijzonder onderzoek met beurs uit het Volkert van der Willigen Fonds
7 augustus 2024
Waarschijnlijk staan meelwormen vanavond niet bij u op het menu. Hoewel de consumptie van insecten allang realiteit is in verschillende culturen, en zelfs als delicatesse wordt beschouwd, staat de acceptatie ervan in westerse culturen nog in de kinderschoenen. Ondanks de dringende behoefte aan alternatieve eiwitbronnen, ziet men in westerse culturen insecten vaak als een onconventioneel of zelfs walgelijk voedingsmiddel.
Met een aangeboren afkeer hebben we andere stappen te nemen om insecten op het westerse menu te krijgen, dan met een aangeleerde afkeer
Hoe komt dat? Vinden we insecten vies omdat we een aangeboren afkeer hebben tegen alles waarvan we denken dat we er ziek van worden, of zijn we cultureel geprogrammeerd om het vies te vinden? ‘Dat is belangrijk om te weten, want met een aangeboren afkeer hebben we andere stappen te nemen om insecten op het westerse menu te krijgen, dan met een aangeleerde afkeer’, vertelt Eva Speijer, masterstudente Biological
Science. Ze deed er haar afstudeeronderzoek naar met een studiebeurs uit het Volkert van der Willigen Fonds van het AUF.
In het een speciaal geprepareerd hoekje van het Groote Museum van ARTIS onderzocht Speijer of kinderen anders reageren dan volwassenen als ze gerechten zien die klaargemaakt zijn met insecten.
Ze schotelde ARTIS-bezoekers van verschillende leeftijden gerechten met en zonder insecten voor. Terwijl haar proefpersonen naar de gerechten keken, filmde ze hun gezichtsuitdrukking: lachen, walgen en alles wat daar tussenin zit. Met de Noldus FaceReader, die ze mede dankzij de beurs kon aanschaffen, analyseerde ze vervolgens de verschillende gezichtsuitdrukkingen en emoties.
‘Het resultaat? Iedereen reageerde vooral met een lach op het zien van de insecten als eten. Dat ging tegen mijn verwachtingen in; ik dacht dat ik vooral de emotie ‘walging’ zou zien. Op basis van dit en al het andere consumentenonderzoek kan gekeken worden hoe we insecten als gezonde eiwitbron kunnen promoten. Zo draagt mijn onderzoek weer een heel klein stukje bij aan de grote vraag: Hoe gaan we de wereldbevolking voeden?’
Speijer kijkt tevreden terug op haar onderzoek: ‘Ik hoop dat dit andere studenten zal inspireren om ook zelf een onderzoeksproject op te zetten. Vaak denk je als masterstudent dat je dat nog niet kan, ‘from scratch’ een onderzoek opzetten. Maar júíst als masterstudent heb je heel veel vrijheid om dat te doen. Als je een goed idee hebt: gewoon beginnen en niet opgeven. Veel mensen mailen en alles uitproberen, zoals een aanvraag voor funding. Het kost wat meer tijd, maar uiteindelijk kan je het onderzoek van je dromen uitvoeren!’