Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
In het Panamese regenwoud zit gevaar in een klein hoekje. Zéker als je een mot of een vlinder bent. Daar hebben deze dieren iets op bedacht: ze kunnen zichzelf camoufleren als blad, waardoor ze minder goed zichtbaar zijn voor vogels en zo meer kans op overleving hebben. Anne Haringhuizen doet haar masteronderzoek naar dit fenomeen en ontving een beurs van het Amsterdams Universiteitsfonds voor haar veldwerk in Panama.
Anne Haringhuizen in Panama

Haringhuizen doet onderzoek naar 3D-camouflage door motten en vlinders. Hoe werkt dat precies? Ze legt uit: ‘Een echt blad is een beetje opgekruld, waardoor je een schaduw ziet. De motten zijn normaal gesproken helemaal plat. Toch zien we bij een aantal soorten in het regenwoud hier dat ze nu een lichte en een donkere kleur hebben. En het lijkt erop dat ze dus proberen om een schaduw te imiteren, om zo minder op te vallen voor vogels.’ 

Camouflagemodellen 

Om haar hypothese te testen, gebruikt Haringhuizen modelmotten met verschillende patronen. Zo probeert ze uit te vinden welke vorm van camouflage het meest effectief is. ‘We hebben verschillende modellen van motten en vlinders geprint,’ vertelt ze. ‘We kunnen de patronen op hun vleugels steeds net een beetje aanpassen en zo zien we welke patronen het beste werken als camouflage.’ De modelmotten worden geprint op stickerpapier en op folie geplakt, waar een neplichaampje van klei op geplaatst wordt. ‘Wanneer een mot aangevallen wordt door een vogel, zie je dat een soort hapje uit de klei is.’ Zo kan ze zien welke patronen beter camoufleren dan andere.  

Veldwerk in het regenwoud 

En hoe komen die modelmotten dan in het regenwoud terecht? Haringhuizen lacht: ‘Daarvoor moet ik echt zelf het veld in! We zetten de modellen uit in het bos, waarbij we ze met een naald vastmaken aan een boom. En dan ga ik gewoon iedere dag het veld in om te kijken of ze al zijn aangevallen.’ Ze legt uit dat de modellen die uitgezet worden een lichaampje van klei hebben. ‘En omdat heel veel dieren het lichaam van een vlinder of mot aanvallen, zie je dan een afdruk in de klei waar ze geprobeerd hebben om erin te happen.’  

Dankzij de beurs kan ik ervaring opdoen op het gebied van de tropische ecologie.

Onderzoek in de tropen dankzij de Volkert van der Willigenbeurs 

Met de beurs uit het Volkert van der Willigen Fonds, dat beheerd wordt door het Amsterdams Universiteitsfonds, kon Haringhuizen naar Panama afreizen voor haar veldwerk. Ze vertelt: ‘Ik kwam de kans op een beurs online tegen en het sloot meteen heel goed aan bij de plannen voor mijn onderzoek. Dankzij de beurs kan ik ervaring opdoen op het gebied van de tropische ecologie. Daar ben ik altijd al geïnteresseerd in geweest, dus dit was een hele mooie kans.’ Daarnaast gold het ontvangen van de beurs voor Haringhuizen ook als een teken dat ze op de juiste weg was met haar onderzoek: ‘Ik heb best wel lang en hard gewerkt aan mijn studie en zag dit ook wel als een bevestiging van dat ik het goed heb gedaan.’