Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De burn-outcijfers stijgen al jaren, vooral onder jonge mensen. Terwijl het publieke debat vaak blijft steken in adviezen over balans en zelfzorg, benadert jurist en wetenschapper Niels van der Neut het fenomeen vanuit een andere hoek: de juridische kant. Waar liggen de verantwoordelijkheden, wat zijn de kosten, wie draagt ze en hoe verhoudt de draagplicht zich tot de verantwoordelijkheden?
Niels van der Neut

Met steun van de Impact Call ontwikkelt de universitair docent arbeidsrecht een interdisciplinair vak voor studenten van mbo, hbo en wo, waarin hij burn-outs bestudeert als maatschappelijke én juridische kwestie. 

Van der Neut schreef eerder een proefschrift over de juridische positie van zzp'ers en maakt samen met vriend en jurist Hidde Bruinsma de podcast 'Juridisch Geneuzel'. Toen hij door de Jonge Balie werd gevraagd iets te vertellen over de juridische kanten van burn-outs, werd zijn interesse in het onderwerp gewekt. 'De burn-outcijfers nemen de afgelopen jaren alleen maar toe. Voornamelijk bij jonge mensen. Waar leggen we eigenlijk de kosten van die burn-outs neer?'

Wat houdt je project in? 

In zijn project onderzoekt Van der Neut de juridische aspecten van burn-outs en de verdeling van verantwoordelijkheden tussen werkgever, werknemer en maatschappij. Het uitgangspunt is helder: burn-out wordt in Nederland erkend als beroepsziekte, maar het bewijs en de aansprakelijkheid zijn diffuus. 

'Een burn-out heeft een multicausaal en sluipend karakter. Het is vaak een mix van werk en privé. Moet je dat dan volledig bij een werkgever neerleggen?' Hij legt uit dat de huidige wetgeving rondom werkgeversaansprakelijkheid ingewikkeld is. De werknemer moet aantonen dat de schade tijdens het werk is ontstaan, wat bij een burn-out moeilijk te bewijzen is. Wel zijn er aanwijzingen, zoals het schenden van arbeidstijdenwetgeving, die de bewijslast kunnen verschuiven. 

'Op het moment dat bijvoorbeeld de arbeidstijdenwet is geschonden, is dat een aanwijzing dat de werkgever aansprakelijk kan zijn. Dan moet de werkgever tegenbewijs leveren.' Het project mondt uit in een interdisciplinair vak voor mbo-, hbo- en wo-studenten. Die groepen brengen elk hun eigen blik mee, en dat is precies wat Van der Neutinteressant vindt. 'Misschien kijken wo-studenten veel theoretischer, terwijl mbo'ers veel praktischer zijn. Dat kan precies het stukje inspiratie zijn dat ik zoek.'

Copyright: geen
Ik wil dat studenten leren dat elke invalshoek gekleurd is. Of je nu een jurist, een arts of een rechter bent – je brengt altijd een eigen referentiekader mee. Reflecteer daar eens op.

Het vak beslaat vijf maanden. In de eerste weken wordt het juridische en maatschappelijke kader neergezet, met onder meer bijdragen van specialisten zoals een bedrijfsarts of letselschadespecialist. Daarna werken gemengde studentengroepen aan casussen en reflectieopdrachten. 

'Ik wil dat studenten leren dat elke invalshoek gekleurd is. Of je nu een jurist, een arts of een rechter bent – je brengt altijd een eigen referentiekader mee. Reflecteer daar eens op.' 

 

Waarom heb je de Impact Call aangevraagd? 

De Impact Call gaf Niels de kans om zijn project verder te ontwikkelen en het onderwijsprogramma daadwerkelijk vorm te geven. Een belangrijke voorwaarde was dat hij studenten uit verschillende onderwijsniveaus integreert, wat vraagt om zorgvuldige didactische voorbereiding en begeleiding. 

'Ze gaan groepjes vormen waarin minstens één mbo-, hbo- en wo-student zit. Ik integreer ze juist, zodat ze van elkaar leren. Daarbij word ik ondersteund door de Amsterdam Law Hub. Daarnaast doe ik met socioloog Agnes Akkerman ik  een nulmeting en eindmeting, om te kijken of ze zich meer bewust zijn geworden van het probleem burn-out.' 

Een bijkomend doel van het project is dat studenten leren het fenomeen burn-out eerder te herkennen – bij zichzelf én bij anderen. Dat is belangrijk, want de kans op uitval onder jongeren is groot. 'Zij lopen straks zelf, als ze de arbeidsmarkt opgaan, statisch gezien het grootste risico op een burn-out. Daarom is het belangrijk dat ze dit onderwerp leren begrijpen, herkennen én onderzoeken.' 

De financiering via de Impact Call was bovendien essentieel om het vak überhaupt te kunnen realiseren. 'Succes met een nieuw vak opzetten in tijde van bezuinigingen. Toen ik deze call zag, dacht ik: dit is mijn kans. Mijn inmiddels uit de hand gelopen hobby – onderzoek naar burn-outs – kan ik nu echt verder brengen.' 

Wat hoop je voor je project? 

Uiteindelijk hoopt Van der Neut dat de resultaten van het onderwijsproject ook zijn wetenschappelijk werk verrijken. Hoewel het primair om onderwijs gaat, ziet hij in het project een opstap naar een bredere juridische analyse. 

'Ik hoop dat zij zulke mooie resultaten behalen dat ik daarmee verder kan in een wetenschappelijke publicatie.' In die publicatie wil hij kijken naar het juridische kader rondom burn-outs en hoe de risicoverdeling nu is geregeld: wie draagt welke verantwoordelijkheid en hoe rechtvaardig is dat? 

'Ik wil die vragen beantwoorden aan de hand van de rechten en plichten die partijen nu al hebben.'Daarnaast hoopt hij dat het vak bijdraagt aan bewustwording bij studenten. Niet alleen over burn-outs, maar ook over hoe kennis en perspectieven gevormd worden, en hoe samenwerking tussen mensen met verschillende achtergronden kan leiden tot nieuwe inzichten. 

'Het gaat ook over samenwerken en reflecteren op elkaars denkkaders. Dat is misschien nog wel net zo belangrijk als de inhoud.' 

 

Het gaat ook over samenwerken en reflecteren op elkaars denkkaders. Dat is misschien nog wel net zo belangrijk als de inhoud.